Negatief judo is een verzamelbegrip voor alle negatieve handelingen die in een wedstrijd kunnen voorkomen. Op deze pagina wordt uitgelegd wanneer er sprake is van negatief judo en hoe de scheidsrechter dit zal beoordelen.
De meest voorkomende vormen van negatief judo zijn:
- Passiviteit. Hierbij wacht de judoka te lang om een aanval te maken. Dat kan zijn bijvoorbeeld zijn als de judoka niet voldoende conditie heeft, maar ook als de judoka te lang wacht op een aanval van de tegenstander om die dan over te nemen. Deze passiviteit wordt bestraft met een zogenaamd rolletje.
- Schijnaanval. Hierbij maakt de judoka geen echte aanval en heeft ook eigenlijk niet echt de intentie om de tegenstander te werpen. Veelal wordt dit toegepast omdat de judoka een aanval moet maken om het rolletje (passiviteit) te voorkomen.
- Voorovergebogen judoën. Het voorovergebogen staan is negatief. Het voorkomt dat de tegenstander kan judoën. Tijdens het gevecht zal de judoka soms voorover buigen en dat is ook geen probleem. Het gaat er om dat de judoka niet een defensieve houding aanneemt door voortdurend voorover te buigen en zo probeert het gevecht te ontwijken.
- Ongeldige kumi kata (zie onderwerp "ongeldige kumi-kata") JBN-Judolink - Spelsituatie 07 - Ongeldige kumi-kata
Voorbeeld 1: schijnaanval
De schijnaanval wordt ook wel een "false-attack"genoemd. Op deze video is hiervan een goed voorbeeld te zien. Wit valt op twee knieën en in haar val laat ze haar kumi-Kata al los. Ze duikt ook op heel negatieve wijze in elkaar, zodat blauw haar niet kan overnemen. Blauw raakt niet eens uit balans. Deze actie wordt bestraft met shido.
Voorbeeld 2: blokken / negatieve pakking
Dit is een zeer negatieve pakking van blauw. Allereerst draait hij zijn linkerhand in de mouw van wit en trekt dan de rechterarm van wit naar beneden. Hij blokt hiermee de arm af dat wit niet tot judopakking kan komen. Met zijn rechterhand in de kraag duwt blauw ook wit steeds verder naar beneden. Hiermee voorkomt blauw dat wit kan judoën en is dus negatief gedrag. Blauw moet bestraft worden met shido.
Voorbeeld 3: buiten de mat duwen
Hier is de gehele actie van wit er op gericht om blauw de gevechtsruimte uit te duwen. Hij duwt uit volle macht, Wit probeert geen aanval te maken, maar duwt met kracht blauw de mat af. Dit wordt direct bestraft met shido.
Voorbeeld 4: met twee voeten buiten de gevechtsruimte
De judoka in het blauwe judopak loopt achterwaarts de mat af. Hoewel zij volgt met een schitterende aanval, loopt zij eerst de mat af, staat met twee voeten buiten de gevechtsruimte en maakt dan pas de aanval. De scheidsrechter mag de werpactie niet waarderen en moet de blauwe judoka bestraffen met shido.
Voorbeeld 5: false attack?
In dit voorbeeld zien we dat de judoka in het witte judopak zich omdraait en zich zomaar laat vallen. Blauw heeft nog niet eens gelegenheid om wit goed vast te pakken. Dit is zonder enige twijfel een false-attack, dat onmiddelijk bestraft dient te worden met shido. Op deze wijze voorkomt wit dat blauw kan judoën en is dus zeer negatief.